Bron: Trouw
De rechter corrigeert gemeenten in 41 procent van de gevallen bij besluiten over hulp aan zieken en ouderen. Gemeenten leggen de wet soms verkeerd uit.
U krijgt 5 artikelen van Trouw cadeau. Dit is nummer 2 .
Onbeperkt onze artikelen lezen? Digitaal Basis € 2 per week.
Burgers die naar de rechter stappen in een conflict met hun gemeente over hulp en ondersteuning voor ouderen of mensen met een chronische ziekte, krijgen vaak gelijk. Ruim 40 procent van de vonnissen in rechtszaken over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) viel uit in het voordeel van de burger. “Dat is relatief veel in vergelijking met andere rechtszaken tegen de overheid”, zegt de woordvoerder van de Raad voor de rechtspraak. “Daarin wint in slechts 25 à 30 procent van de gevallen de burger.”
De decentralisatie van de Wmo van de Rijksoverheid naar gemeenten, vier jaar geleden, heeft geleid tot grote lokale verschillen. Daardoor hangt voor veel burgers hulp af van hun postcode, blijkt uit onderzoek van Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico in samenwerking met dagblad Trouw, radioprogramma ‘Argos’ op NPO Radio1 en weekblad De Groene Amsterdammer.
Sinds de decentralisatie zijn 6.861 rechtszaken gevoerd over de Wmo. Daarvan kwamen er 1.570 tot aan de hoogste rechter in sociale zekerheid, de Centrale Raad van Beroep, zo blijkt uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak. Ruim een derde van de zaken wordt weer ingetrokken. Dat kan betekenen dat gemeente en burger tot een schikking zijn gekomen, dat de periode waarover de zaak ging is afgelopen of dat de gemeente het beleid intussen heeft aangepast. In 41 procent van de Wmo-zaken waarin een uitspraak valt, wint de burger.
Maatwerk
De decentralisatie maakte de gemeente verantwoordelijk voor de hulp aan ruim één miljoen ouderen en mensen met een beperking of chronische ziekte, die zo langer thuis kunnen blijven wonen. De hulp moet ‘maatwerk’ zijn, wat soms uitdraait op een onjuiste uitleg van de wet.
Gemeenten verschillen onder meer van inzicht over de omvang van persoonsgebonden budgetten, de noodzaak van hulpmiddelen en de regels voor het verlenen van huishoudelijke hulp. Ook gaan gemeenten anders om met vervangende zorg voor mantelzorgers of de hoeveelheid mantelzorg die ze van burgers zelf vragen, zo leert het onderzoek. Veel voorkomend twistpunt is de vraag welke zorg van mantelzorgers voor familieleden ‘normaal’ is en niet vergoed hoeft te worden, en welke ‘bovengebruikelijk’ is en wel voor vergoeding in aanmerking komt.
Een gemeente mag niemand dwingen om ‘vrijwillig’ mantelzorger te zijn, oordeelde de Centrale Raad van Beroep begin 2017. Toch gebeurt dat vaak, zegt Jacqueline Gomes van Per Saldo, de vereniging van mensen met een persoonsgebonden budget. “Mensen worden onder druk gezet om ongebruikelijke zorg wel te leveren. Dan vraagt de gemeente bijvoorbeeld: wat doe je als we niet betalen? Ik zou mensen bijna gaan adviseren om ongeacht de vraag ‘nee’ te blijven zeggen. Maar dat is lastig. Denk zelf maar aan een familielid, blijf jij dan zeggen: ik help je dan niet?”
In tientallen gemeenten lopen nog rechtszaken over de gemeentelijke uitleg van de Wmo. “Is het normaal dat je jouw dochter van 23 jaar met spina bifida, een open ruggetje, overal heen brengt of dat je jouw demente Turkse vader twee keer per dag naar het koffiehuis brengt?”, zegt advocaat Matthijs Vermaat. Samen met een collega behandelt hij ruim driehonderd Wmo-zaken per jaar. “Met een stuk of dertig gemeenten hebben we structureel ruzie.” Budgetkwesties gaan bijvoorbeeld over een professional die 40 euro per uur kost, terwijl de gemeente 30 euro per uur betaalt. “Moet iemand dan zelf die tien euro bijleggen?”
Schimmige zorgaanbieders
Gijsbert Vonk, hoogleraar sociale zekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, betwijfelt of de lokale democratie in Wmo-kwesties goed werkt. “Zijn de verschillen te herleiden tot lokale keuzes of ontstaan die toevallig? Bijvoorbeeld door bureaucratische voorkeuren of onder invloed van schimmige private zorgaanbieders?” Gemeenten besteden ook veel uit aan private zorgbedrijven. “Ze lozen een deel van de eigen verantwoordelijkheid naar zorgaanbieders, waardoor de burger in feite te maken krijgt met een private partij in plaats van met de gemeente.” Dat burgers veel rechtszaken winnen, verbaast Vonk niet. “Gemeenten dachten dat ze veel vrijheid hadden, maar juridisch gezien was dat niet zo. Ze bedachten het nodige waarmee ze bezuinigingen konden inboeken, maar krijgen van de rechter te horen dat ze die vrijheid en bevoegdheden helemaal niet hebben. Inmiddels was de bezuiniging al ingeboekt.”
De Argos-reportage op NPO radio 1 wordt vandaag uitgezonden tussen 14.00 en 15.0 uur. Op dinsdag 21 mei verschijnt het achtergrondverhaal in katern de Verdieping van Trouw en op woensdag 22 mei de longread in De Groene Amsterdammer. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico.