Bron: De Telegraaf
(Inmiddels verwijderd bij De Telegraaf !)
Reportage
28 mei 2016
maffiapraktijken
Artsen zwijgen veel zieke ’lastpakken’ dood wanneer zij procedure beginnen na medische blunder
De ongewenste patiënten
Patiënten op de zwarte lijst? Geen dokter beaamt het. Toch is het waar, zeggen ’persona non grata’ verklaarde zieken die door een medische fout in conflict zijn gekomen met hun zorgverleners. Ook hun juridische adviseurs kennen het heimelijk fenomeen van ’de ongewenste patiënt’.
- Martin Camstra is een slachtoffer van dokter Jansen Steur en startte een procedure. Vanaf dat moment was hij nergens meer welkom. „Ik ben besmet met het virus van dokter Jansen Steur.” foto Reinier van Willigen
- Moos Sassoon werd door de artsen behandeld als een melaatse. „Overal waar ik aanklop gaan de deuren dicht.” foto anko STOFFELS
Martin Camstra is een slachtoffer van dokter Jansen Steur en startte een procedure. Vanaf dat moment was hij nergens meer welkom. „Ik ben besmet met het virus van dokter Jansen Steur.” foto Reinier van Willigen
Oud-horlogemaker Moos Sassoon (55) uit Haarlem voelt zich als een melaatse. Na vijf nieuwe knieprotheses, welgeteld 37 operaties, maar ernstige pijn die bleef en hem gaandeweg tot krukken en een rolstoel dwong, is er geen dokter of ziekenhuis meer dat hem wil helpen. „Niet in Nederland”, zegt hij opstandig. „En ook niet in België…!” Men waagt zich niet aan pijnpatiënt Sassoon. Zégt Moos.
Waarom niet? „Overal waar ik aanklop gaan de deuren dicht. Ik ben lastig, heb een lang medisch verleden waarin van alles is misgegaan, ik word ’a pain in the ass’ gevonden. Men kent mij, van horen zeggen. Het praat zich voort, het medische wereldje is klein: ik word kennelijk als een risico voor gedonder beschouwd. Zelfs in België, waar ik naartoe ben gegaan, wist de pijnspecialist al van mijn lange medische geschiedenis. Maar vóóral van
mijn juridische conflicten met haar collega’s in Nederland. ’O nee, dáár begin ik niet aan’, zei ze… En ik kon gaan.”
Sassoon is een van de naar schatting 225 slachtoffers van een orthopedisch chirurg uit het Waterlandziekenhuis te Purmerend. Collega’s van de medicus hielden deze ’sloopchirurg’, zoals hij in de media werd genoemd toen het schandaal zich in 2010 in volle omvang ontrolde, jarenlang de hand boven het hoofd. Gedupeerden als Sassoon ondervinden soms nog altijd tegenwerking, omdat zij naar juridische middelen grepen.
Moos Sassoon voerde over zijn „mislukte medische behandelingen” enkele procedures tegen artsen en verschillende ziekenhuizen. Het werden slepende affaires. Sommige verloor hij, andere niet. Uiteindelijk schreef hij er, in 2011, een 186 bladzijden tellend boek over, Wolven in Witte Jassen; eigenlijk meer een zelf samengesteld medisch dossier met de complete briefwisseling met artsen en ziekenhuizen (met naam en toenaam), delen uit operatieverslagen, krantenknipsels en foto’s van hoe hij zelf ooit was en nu is. Ook dat wordt hem nog steeds kwalijk genomen.
Lastpakken worden ze gevonden, patiënten of hun nabestaanden ’die alleen maar problemen met zich meebrengen’. Stoorzenders, die niet schromen een procedure tegen een ziekenhuis of een arts te beginnen, hoezeer ze mogelijk ook in hun recht staan omdat er iets mis ging tijdens een medische behandeling… De Federatie Medisch Specialisten stelt in een reactie, bij monde van cardioloog en bestuurslid Marcel Daniëls, dat de arts een zorgplicht heeft, „hoe lastig een patiënt ook is. Een patiënt weigeren mág dus niet”.
Toch: een anesthesioloog-pijnspecialist uit Amstelveen, die de heer Sassoon aanvankelijk van zijn pijn had willen verlossen, ziet daar later van af. Reden: hij is inmiddels werkzaam op de afdeling pijngeneeskunde in het Erasmus Medisch Centrum (EMC) te Rotterdam en werkt daar samen met de professor, tegen wie Moos Sassoon nu juist een advocaat heeft ingezet. De pijnspecialist schrijft op 7 april van dit jaar in een e-mail aan de huisarts van patiënt Sassoon: ’Ook begreep ik van prof. X. dat de heer Sassoon een advocaat in de hand heeft genomen voor een klacht tegen EMC/collega X. Nu ik op de afdeling pijngeneeskunde in EMC werk, lijkt het mij niet verstandig de heer Sassoon op de pijnafdeling uit te nodigen.’
„Dát kan dus niet!” reageert Marcel Daniëls van de Federatie Medisch Specialisten. „Je zegt geen nee, als een patiënt bij je aanklopt.” Het Erasmus MC stelt, desgevraagd: „Wij kunnen en mogen geen mededelingen doen over de arts-patiëntrelatie. Wij zijn bereid deze patiënt zo goed mogelijk te helpen (…). Deze meneer is uitgenodigd voor een gesprek, maar heeft dat twee keer geweigerd.”
Ook de 68-jarige Martin Camstra uit Enschede zegt „nergens meer naartoe te kunnen” nadat hij een juridische procedure begon, na een jarenlange foutieve behandeling in het Medisch Spectrum Twente (MST). „Ik ben besmet met het virus van dokter Jansen Steur”, zegt hij. „Iedereen laat mij links liggen, neurologen en reumatologen van andere ziekenhuizen, zelfs het revalidatiecentrum houdt mij buiten de deur.” Camstra kreeg ruim tweeënhalf jaar (medio 2001-2003) elke zes weken botoxinjecties in zijn voeten, drie per voet. „Omdat ik daarin ’s nachts krampen voelde; pas later bleek dat om ’dystonie’ (een neurologisch probleem in de spierspanning, RS) te gaan. Dokter Jansen Steur had daar wel wat tegen, zei hij. Dat het om botox ging zei hij niet, daar kwam ik pas later achter toen ik naar het botoxspreekuur moest. Door zijn verkeerde behandelingen bij een onjuiste diagnose ben ik het gevoel in mijn voeten volledig kwijt.”
Camstra’s schadeprocedure tegen het MST is nog gaande. „Dat zint veel collega’s van Jansen Steur nog altijd niet. Gepest ben ik door hen, in erge mate. Doelbewust gesard, met opmerkingen als ’Nog een beetje gefietst, de laatste tijd?!’ Ze hebben alles gedaan om mij zodanig te schofferen dat ik daar vertrokken ben. Ook voor hun collega’s in andere ziekenhuizen ben ik sindsdien een patiënt met een sticker op z’n voorhoofd.”
De Hengelose letselschade-expert Y. Drost die de belangen behartigt van tientallen slachtoffers van de onlangs door de Hoge Raad van opzettelijke mishandeling van zijn patiënten vrijgesproken neuroloog, bevestigt het bestaan van ’onwelgevallige patiënten’. „Dat is absoluut waar! Ze bestaan, ook al zal dat worden ontkend, want zorg weigeren is verboden. Uit de Jansen Steur-zaak kan ik er zo tien opnoemen. Ze worden zeikerds gevonden door dokters. Mensen die een second-opinion wilden, maar onheus werden bejegend. Dokters die hen te verstaan gaven ’wij beginnen niet aan u’; kennelijk bang om ook een klacht aan de broek te krijgen, of opgescheept te worden met de rotzooi van een ander.”
In een formele reactie zegt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) niet bekend te zijn met het fenomeen van de ’ongewenste’ patiënt. In kringen rond de inspectie wordt dit wél herkend.
Bij Abigaïl van Enderen* uit Noord-Holland werd een zeldzame vorm van aangeboren bijnierfalen door de specialist gemist en verkeerd behandeld. De foute diagnose heeft nog altijd grote gevolgen voor haar leven en werk. Ze is hierdoor al jarenlang arbeidsongeschikt en heeft momenteel een zwakke gezondheid. Aanvankelijk klonken de nederige excuses van de endocrinoloog. Maar toen hij doorkreeg dat zijn patiënt tóch een klachtprocedure tegen hem was gestart, sloeg zijn toon om. Woedend was hij, de invloedrijke dokter met het immense netwerk. ’Abby’: „Ik kreeg op een dag de scheldende professor aan de telefoon. Jarenlang heeft hij mij regelmatig telefonisch lastig gevallen; ik heb het als een vorm van psychische mishandeling ervaren. Vooral kort voor procedures en alles wat hiermee te maken had, belde hij op. Bij aangifte tegen hem liet de politie weten dat mijn klacht ernstig genoeg was om in behandeling te nemen. Na enige tijd belde ik de politie op om te vragen hoe de zaak ervoor stond. Zij lieten mij weten de persoon niet te vervolgen omdat het máár pesterij was.”
Zestigjarige mevrouw Van Enderen voelt zich in de steek gelaten, hoewel de juiste diagnose nu is bevestigd. „Maar de opgelopen schade wil niemand erkennen en behandelen. Ik ben een hoofdpijndossier. Een arts beet mij toe: ’Als het je niet aanstaat, dan vertrek je maar’. Iemand liet mij zelfs mondeling weten mij geen optimale hulp te kunnen verstrekken in verband met belangenverstrengelingen. Met andere woorden: de kwaliteit van mijn leven wordt onnodig ondermijnd door ’belangenverstrengelingen’.” Pogingen om tot een vergelijk met haar arts te komen mislukten. „In aanwezigheid van enkele getuigen zei hij me dat ik toch niemand zou vinden die tégen hem zou getuigen.”
* Op verzoek is de naam van het slachtoffer gefingeerd