Bron: NRC 11 januari 2019
Kunstmatige intelligentie De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie maakt artsen op termijn overbodig, schrijft Thony Ruys. Profiteer ervan.
Foto Martin Barraud
Door de komst van zelfrijdende auto’s zullen vrachtwagenchauffeurs binnenkort een andere baan moeten zoeken. Nu al worden de magazijnmedewerkers van Amazon op grote schaal vervangen door robots. Repetitief werk en patroonherkenning zijn eigenschappen waarin kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) uitblinkt. In gebieden waar sociale context belangrijker is, laat de vervanging door AI langer op zich wachten. Ik heb binnenkort twaalf jaar opleiding achter de rug en juist sociale context speelt een grote rol in mijn werk. Kan AI straks ook mij vervangen? Het antwoord: ja.
Thony Ruys is chirurg in opleiding in het AMC en oprichter van ThuisVisite.
Een voorbeeld. Patiënt P., een dertig-jarige man met buikpijn, meldt zich op de spoedeisende hulp. ‘Een baarmoeder-ontsteking of gebroken been kan ik dus wel doorstrepen.’ De pijn kwam twee dagen geleden. ‘Het zal wel een infectie zijn.’ De pijn zit rechtsonder in de buik. ‘Zou het de blindedarm kunnen zijn?’ De bloedwaarden zijn gecontroleerd; de infectiewaarden van P. zijn verhoogd. ‘Ik denk dat het een blindedarm ontsteking is en vraag een echo aan.’
U ziet: bij het stellen van een diagnose speel ik Wie-is-het? met de ziekte van meneer P. Pure patroonherkenning. Zoals de schrijver Yuval Noah Harari stelt: het enige wat een dokter doet is data analyseren en een behandeling voorstellen.
Lees ook: Universiteiten kunnen instroom kunstmatige intelligentie niet aan
Het klinkt misschien als toekomstmuziek, maar vorig jaar trainden onderzoekers van Stanford University al een algoritme dat in staat bleek nauwkeuriger huidkanker te herkennen dan eenentwintig dermatologen. En in een Nijmeegse wedstrijd versloeg AI onlangs elf ervaren pathologen in het herkennen van lymfklieruitzaaiingen bij vrouwen met borstkanker. Artificiële intelligentie wordt vooralsnog alleen ingezet ter ondersteuning van dokters. Radiologen, dermatologen en pathologen maken zich daarom geen zorgen over hun toekomstige baan. Dit is onterecht. Patiënten willen nu nog dat een dokter de resultaten van de computer met hen bespreekt. Daar zijn twee redenen voor: empathie en vertrouwen.
In gesprekken met patiënten is een hand op de schouder of een teken van begrip vaak waardevoller dan de medische informatie. En in deze tijd van dataleaks en privacyschendingen heeft de computer nog veel vertrouwen van de patiënt te winnen. Maar over een aantal jaar kan de computer de waarden van miljoenen patiënten vergelijken. Zijn literatuurkennis is altijd up-to-date en hij houdt zelfs rekening met waarden waarvan nu nog niet bekend is dat ze van belang kunnen zijn. Zo’n ‘zorgcomputer’ kost miljarden om te ontwikkelen, maar het gebruik is daarna nagenoeg gratis. Hij heeft nooit slecht geslapen of geen zin en hij wil ook nooit iets snel even afronden zodat hij op tijd zijn kinderen kan ophalen bij de crèche. Hij is altijd de beste van zijn klas en wordt iedere dag beter. Wat blijft er dan van mijn functie over? Vertel ik patiënten als ‘domme tussenpersoon’ wat een computer voor me heeft uitgerekend? Ik zal mij niet zomaar laten vervangen, maar er komt een dag dat mijn taak als doorgeefluik niet houdbaar meer zal zijn. En dan? Vanaf die dag zullen er minder artsen nodig zijn.