Bron: MAASSLUISE COURANT – De Schakel

Als gevolg van een verkeersongeval in 2009 liep Mike de Groot letselschade op. Vorige week vertelde hij daar al over in de
door
“Met deze non-profit organisatie wil ik slachtoffers van letselschade terzijde staan. Want letselschadeslachtoffers staan vaak in de kou en met deze stichting wil ik ze moreel en praktisch ondersteunen. De afhandeling van letselschade is momenteel niet goed geregeld en duurt veel te lang. Dat komt doordat verzekeraars de schadeafwikkeling vaak onnodig vertragen of wet- en regelgeving op dit gebied brutaalweg aan hun laars lappen met vaak ernstige gevolgen voor letselschadeslachtoffers. Ik kan daar helaas over meepraten. Daarom wil SAL dat er een onafhankelijk orgaan komt dat toezicht houdt op de naleving van bindende wet- en regelgeving. Maar ook dat er sancties aan verzekeraars en belangenbehartigers opgelegd kunnen worden als ze deze niet naleven. Bovendien zouden de procedures van schadeafhandeling transparanter moeten worden.”
Genoeg stress
“Er zou daarom een landelijk Letselschadeloket moeten komen, vergelijkbaar met het UWV-loket, waar mensen terecht moeten kunnen als ze ziek of werkloos zijn geworden. Vaak wordt gesteld dat wij letselschadeslachtoffers rijk worden als de schade wordt uitgekeerd maar dat is een denkfout; bovendien hebben we al levenslang. Door de letselschade hebben mensen al genoeg stress en we moeten mensen daarvan af helpen”, zegt Mike, en voor de eerste keer klinkt er emotie door in zijn stem. Mike is inmiddels door het UWV voor 83,71 procent afgekeurd. “Waarom gaat de verzekeraar daar dan niet in mee? En de expertise-arts stelde bij de rechtbank dat het tussen mijn oren zit en dat er niets aan de hand is! Vrijwel iedereen met letselschade krijgt een dergelijk verhaal te horen. Het Verbond van Verzekeraars komt de laatste tijd met verhalen over fraude naar buiten. Maar wat doen verzekeraars zelf? Is traineren en het opstellen van valse rapporten door artsen dan geen fraude? Het is een vies spelletje wat ze spelen.” Ondertussen heeft Mike een aantal klappers op tafel gelegd gevuld met allerlei documentatie over zijn zaak. Zoals afbeeldingen van scans van zijn hoofd, rug en nek, in België gemaakt. Daarop zijn de schades duidelijk te zien. “Ik heb de scans in België laten maken omdat in Nederland alle deuren sluiten voor letselschadeslachtoffers.”
Wmo
Doordat de verzekering niet uitbetaalde, deed Mike bij de Wmo een beroep op de gemeente. “Dat doet iedere lotgenoot. Als je zelf kunt voorzien in je middelen, moet je het zelf betalen en zelf zien te verhalen op de betreffende partij. Door de letselschade, en zeker niet omdat ik op te grote voet leefde, ben ik uiteindelijk in de schuldsanering terechtgekomen. Op het moment dat de verzekeraar niet meer wilde bevoorschotten, heb ik trouwens pas een beroep gedaan op de Wmo. Ook dat verliep moeizaam. Zo gingen ze niet mee in de hulpvraag huisvesting en zorg. En om onder meer een vergoeding van 140 euro te kunnen krijgen, moest ik naar de rechter stappen omdat Stroomopwaarts die weigerde te vergoeden. Hoeveel geld had het de gemeenschap kunnen besparen als ik die vergoeding, waar ik dus recht op had, gewoon had gekregen! En dat allemaal omdat een medewerker van Stroomopwaarts gewoon weigerde om naar me te luisteren!”
Regresrecht
De gemeente (lees: Stroomopwaarts) had volgens Mike zijn Wmo-aanvraag gewoon kunnen honoreren en via het Wmo-regresrecht de schade die voortvloeide uit zijn letsel kunnen verhalen op de aansprakelijke verzekeraar. Dat is ook wat regresrecht inhoudt. “Maar ook de gemeente Maassluis zit te slapen en doet dat niet. Eigenlijk zou de huisarts mensen met letselschade gelijk moeten informeren, bijvoorbeeld met een folder, over de mogelijkheid een beroep te doen op de Wmo. De meeste slachtoffers hebben in het begin (nog) geld en dan wordt de Wmo-aanvraag afgewezen. Ik had in het begin ook genoeg geld maar dat ging heel snel. Verder hadden ze ook af toe kunnen informeren bij me hoe het ermee ging. Ik heb nooit op de voorgrond willen treden en kreeg soms het verwijt naar mijn hoofd geslingerd dat ik een grote mond heb en soms als een olifant door de porseleinkast ga maar dat was gewoon een kwestie van kunnen overleven.
Slachtoffers van letselschade moeten, zo blijkt uit de praktijk, over een lange adem beschikken, willen ze hun schade erkend krijgen. Soms kan dat wel tien tot twintig jaar duren.
Aan te scherpen
Inmiddels heeft de SP in de Tweede Kamer een motie ingediend waarin het kabinet wordt verzocht om de Gedragscode Behandeling Letselschade aan te scherpen en afdwingbaar te maken. Ook moeten er mogelijkheden komen om verzekeraars en belangenbehartigers die zich niet aan de regels houden aan te pakken. Verder wordt de regering verzocht om met een voorstel te komen om wettelijk non-hiërarchisch tuchtrecht in te voeren voor de verzekeringsbranche. Jaarlijks zou het gaan om ongeveer 65.000 gevallen van letselschade. In hun eigen regels hebben letselschadeverzekeraars staan dat letselschadezaken binnen twee jaar moeten worden afgehandeld. En als het langer duurt moeten de partijen concrete afspraken maken hoe ze de schadebehandeling zo spoedig mogelijk afronden. Toch schat de Letselschade Raad dat 5-10 procent van de letselschadezaken niet naar behoren worden afgehandeld. En van alle letselschadezaken met een schade van boven de 10.000 euro duurt afhandeling van zaken van zelfs een derde van alle zaken meer dan twee jaar. Naast SP zijn ook PvdA en CDA van mening dat er afdwingbare regels moeten komen voor de afhandeling van letselschade en spreken ze er schande van dat letselschadeslachtoffers zo in de kou gezet worden.
(Dit was het vervolg van het gesprek met Mike de Groot over letselschade en de gevolgen daarvan. Het vorige verscheen in MC De Schakel van 20 februari 2020).
Meer informatie is ook te vinden op: www.adviespuntletselschadeslachtoffers.nl
Of mail naar info@adviespuntletselschadeslachtoffers.nl.