Het was voor Rianne Schorel (35) lange tijd heel moeilijk om onze Oranjevrouwen te zien voetballen. Tien jaar geleden zat ze zelf in de selectie, totdat een hersenschudding een einde maakte aan haar carrière.

Rianne: “Voetballen voor het Nederlands elftal was altijd mijn grote droom. Na jaren van keihard trainen leek die binnen handbereik: ik werd geselecteerd voor Oranje en mocht mijn eigen land vertegenwoor-digen! Niets stond mij nog in de weg.

De liefde voor voetbal zat heel diep. Als klein meisje ging ik elke zondag voetballen met mijn tweelingzus Nanja. Elke middag speelden we op een veldje voor het huis samen met onze twee broers.

‘Ik leefde voor voetbal’

Dat was een feestje! Lekker buiten, trappen tegen een bal, ik leefde ervoor. Toen al droomden we van een carrière als profvoetbalster. Nanja en ik fantaseerden dan dat we in een echt stadion mochten spelen, terwijl alle supporters onze naam joelden. Of dat we samen met Frank en Ronald de Boer speelden voor Ajax.

Amerikaanse scout

Onze ouders vonden het in eerste instantie allemaal maar niets. Voetbal was toch niet voor meisjes? Spelen bij een amateurclub mochten we dan ook niet. Pas toen ons talent werd opgemerkt door diverse mensen, stemden ze in. Mijn zus kreeg helaas een ernstige blessure en moest stoppen.

Maar ik werd door een Amerikaanse scout gevraagd om daar te komen spelen. Het leek mij fantastisch, maar tegelijkertijd vond ik het doodeng. Ik naar Amerika? Ik sprak niet eens goed Engels!

Succes

Voor mijn ouders was het ook niet niks om hun 16-jarige dochter naar de andere kant van de wereld te laten vliegen. Ik kan me nog herinneren dat ik samen met mijn ouders op bed zat en mijn moeder tegen mij zei: ‘Als dit echt is wat je wilt, Rianne, dan moet je deze kans pakken.’

Een week later was ik vertrokken. Vijf jaar lang reisde ik door Amerika, speelde in de stadions waarvan ik had gedroomd en boekte succes na succes.

Harde klap

Terug in Nederland mocht ik als 21-jarige ADO Den Haag versterken. Niet lang daarna volgde een uitnodiging voor Oranje. Het hield niet op. Mijn voetbalcarrière ging als een speer. Tot die wedstrijd in februari 2008.

Ik was door een kleine blessure een tijdje uit de running geweest en maar wát blij dat ik tegen AZ mocht spelen. De adrenaline gierde door mijn lijf en ik was vastbesloten om te scoren. Ik ging helemaal op in de wedstrijd, toen mijn hoofd ineens keihard werd geraakt door de bal.

De klap was zo hard dat ik buiten bewustzijn raakte. Toen ik weer bijkwam op het veld, stelde de medische staf allemaal vragen om te kijken of ik in orde was. Ik was wel een beetje duizelig en misselijk, maar ik wilde weer spelen. En dat deed ik ook.

Maar ineens was alles anders… Ik kon mijn aandacht niet meer bij de bal houden, elk geluid kwam hard binnen en de piep in mijn oren was ondraaglijk. Stoppen was voor mij geen optie. Het zou vast wel weer wegtrekken, dus ik bleef doorspelen.

Zware hersenschudding

Ook de volgende dag ging ik gewoon weer trainen. Pas toen mijn klachten na vier dagen nóg niet waren verdwenen, besloot ik naar de huisarts te gaan. Die stuurde mij meteen door naar het ziekenhuis. Ik bleek een zware hersenschudding én een whiplash te hebben. Het advies: volledige rust.

Met tegenzin sloot ik mezelf dagenlang op in een donkere kamer. Oordopjes in en zoveel mogelijk slapen. Hoe meer rust ik zou pakken, hoe sneller ik weer op het veld zou staan. Dacht ik…

Uitputtingsslag

De weken verstreken, maar de hoofdpijn, de harde piep in mijn oren en het waas voor mijn ogen verdwenen niet. Ik snapte niet wat er aan de hand was. Hoe kon dit nou? Ik raakte zwaar gefrustreerd en besloot na acht weken maar weer naar een arts te gaan. Die zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Het zou allemaal vanzelf overgaan.

Ik had er weinig vertrouwen in, maar besloot toch mijn voetbalschoenen aan te trekken. Misschien zouden mijn klachten verdwijnen als ik weer zou gaan spelen.

Passie

Ik hield mezelf voor dat ik er gewoon even doorheen moest. Na het seizoen zou ik alle rust pakken. Niet verstandig achteraf, maar mijn passie voor voetbal was vele malen sterker. Toch functioneerde mijn lichaam niet zoals het moest. Mijn coördinatie was enorm verslechterd en ik had veel moeite om de bal te volgen tijdens de wedstrijden. Ik putte mezelf helemaal uit. Ik ging net zo lang door totdat ik echt niet meer kon.

Ik was op. Ik kon geen geluid meer verdragen, geen gesprekken meer voeren en zelfs mijn armen en benen deden niet wat ik wilde. Het enige wat ik nog kon, was op bed liggen. Toen wist ik dat ik echt moest stoppen. M’n lichaam wilde niet meer, het was klaar.

‘Ik wás voetbal’

Het was één van de moeilijkste dingen om toe te geven. Dat ik mijn coach Sarina Wiegman moest bellen om te vertellen dat ik niet zou meedoen met Oranje. Het hele gesprek heb ik alleen maar gehuild. Het was mijn grote droom. Ik was zó dichtbij en nu glipte het uit mijn vingers zonder dat ik er ook maar iets aan kon veranderen.

Ik was er kapot van. Niet alleen was ik mijn passie kwijt, ook mijn identiteit. Ik wás voetbal. Daar lag mijn hart, daar leefde ik voor. Ik had geen idee wie ik zonder voetbal was.

Depressie

Maandenlang zocht ik naar een oplossing voor mijn klachten, maar niemand kon me helpen. Artsen en neurologen hadden geen idee wat er aan de hand was en ook onderzoeken wezen niets uit. Er was destijds weinig bekend over de gevolgen van een hersenschudding. Het enige advies dat ik kreeg, was: rust houden. Ik voelde me zo machteloos.

Ik probeerde mijn leven weer op de rit te krijgen, maar had geen idee hoe en kwam in een zware depressie terecht. Soms kwam ik dagenlang mijn huis niet uit. Na een bezoek aan de supermarkt was ik al zo overprikkeld, dat ik de rest van de dag niets meer kon.

Diep dal

Mijn enige vooruitzicht was thuiszitten. Een beetje breien en tekenen. Wat voor leven heb je dan? Voor mij hoefde het allemaal niet meer. Ik zat er zo doorheen dat ik zelfs een einde aan mijn leven wilde maken.

Mijn tweelingzusje kreeg hier – gelukkig – net op tijd lucht van en besloot direct bij mij thuis in te trekken. Maandenlang heeft ze voor mij gezorgd. Mij uit dat diepe dal getrokken. Ik weet niet of ik er zonder haar nog wel was geweest.

Revalideren in Amerika

Inmiddels zijn we een paar jaar verder en durf ik voor het eerst te zeggen dat het goed met me gaat. Ik ben hersteld en zit goed in mijn vel. Dat komt mede door een behandeling in Amerika. Daar hebben ze mij geleerd om met oefeningen mijn brein te trainen. Mezelf weer te vinden.

Dat was een zwaar traject, waarbij ik heel veel had aan mijn Amerikaanse vriend Jon, die ik tijdens het revalideren heb leren kennen. Hij heeft een motorongeluk gehad en begrijpt mij daardoor als geen ander. We zijn er uiteindelijk allebei sterker uitgekomen en durven weer vooruit te kijken naar een fijne toekomst.

Consequenties

Voetballen kan ik helaas niet meer. Maar met mijn verhaal kan ik wel andere voetballers en trainers waarschuwen: een hersenschudding lijkt misschien onschuldig, maar als je ermee blijft doorlopen, zijn de consequenties enorm. Ik ben ervan overtuigd dat als ik meteen goed was geholpen, de genezing nooit zo lang had geduurd.

Om te voorkomen dat anderen dit moeten doormaken, heb ik samen met mijn zus Move the Brain opgezet. Aan de hand van wetenschappelijke methodes helpen we mensen met hersenproblemen om te herstellen, te trainen en nieuwe gewoontes aan te leren.

Het is zo dankbaar om iets voor hen te betekenen, ze handvatten te geven om hun leven weer op de rit te krijgen. Bij mij heeft dat tien jaar geduurd!

Trots

Nog steeds doet het pijn dat ik mijn grote droom heb moeten opgeven, maar inmiddels kan ik wel weer genieten van voetbal. Dat is lange tijd niet zo geweest. Ik vond het heel moeilijk om de Oranjevrouwen te zien voetballen. Juist omdat ik daar zelf zo graag had gestaan.

Maar inmiddels heeft het verdriet plaatsgemaakt voor trots. Ik ben heel blij dat ze het zover hebben geschopt en het Nederlandse vrouwenvoetbal op zo’n mooie manier op de kaart hebben gezet.”